Bij het symfonie orkest staat de dirigent vooraan, met de rug naar het publiek, de dirigeerstok in de hand en voor zich de partituur. In de meest linkse taartpunt de eerste violen, met daarnaast de tweede violen, de altviolen in het midden en de celli rechts daarvan en daarachter de contrabasen.
In het midden daarachter de fluiten en piccolo, de hobo's en althobo, daarachter de klarinetten, basklarinet, fagotten en contrafagot en daar weer achter links de hoorns, rechts de trompetten, trombones en tuba. Helemaal achteraan het slagwerk.
Echter in de barok was de samenstelling anders en veel kleiner. In deze muzieklezing luisteren wij naar voorbeelden uit het kamerorkest rond 1600 en gaan we door de eeuwen heen en zien en horen hoe het orkest groter en groter wordt. Er komen steeds nieuwe instrumenten bij en dat biedt mogelijkheden.

Musicus en voormalig directeur van de muziekschool, Pierre Rietrae, neemt je op een toegankelijke manier mee in de wereld van de klassieke muziek. Aan de hand van aansprekende luistervoorbeelden - passend bij een speciaal gekozen thema - laat hij de muziek tot leven komen.
Voorkennis of het kunnen lezen van noten is niet nodig. Tijdens deze lezing staat genieten centraal: van de muziek, de verhalen erachter, verrassende details en bijzondere wetenswaardigheden.